|
||||||||
|
Het is al dertig jaar geleden dat Gaz Coombes als frontman-gitarist, Supergrass uit de Oxfordse klei stampte, maar ook vandaag klinkt hij als solo-artiest nog even fris en jeugdig als in zijn beginjaren, zo getuigt zijn schitterend nieuw album “Turn The Car Around”, dat hij vanavond komt voorstellen in De Roma. Coombes was al in zijn beginjaren met Supergrass een million seller met onder andere hun “I Should Coco” album en was één van de meest populaire britpopbands uit de nineties. Het schrijven van aanstekelijke songs schrijven heeft deze pure klasbak nooit verleerd, zo getuigt zijn laatste album. Als soloartiest kan hij ruimere paden bewandelen als met Supergrass en de titel van zijn nieuw album lijkt wel te willen zeggen dat hij zich definitief van deze band heeft afgekeerd. Geen reünie tournees meer in het verschiet, hoewel Supergrass nog een opmerkelijke verschijning maakte op het benefietconcert ten voordele van de overleden drummer van Foo Fighters, Taylor Hawkins. Maar met de Gaz Coombes van vandaag zijn we meer dan tevreden. Een topper blijft nu eenmaal een topper en evolueert constant. Coombes zijn solowerk staat als een huis en dat bewijst hij vanavond moeiteloos in een helaas karig gevulde Roma. De Roma mag vanavond van de premiere genieten als eerste concert van de Europese “Turn The Car Around” tournee. Dat Gaz Coombes’ solowerk niet dermate grote massa’s aantrekt als de wereldbekende Britpop band Supergrass zal Coombes worst wezen. Klasbak Gaz Coombes staat nog steeds garant voor zeer afwisselende en wervelende shows en zij die dit vanavond beleefden zullen dit enkel maar beamen. Coombes smijt zich volledig, met een vierkoppige band om U tegen te zeggen, zelfs aangevuld met een driekoppig vrouwenkoortje dat we gemakkelijkheidshalve de Campbell sisters zullen dopen, vanwege hun grappige Andy Warhol outfit, met reclame van het lekkere soep merk. Of de band van enige soep sponsoring geniet is ons onbekend, maar het getuigt zeker wel van een goede dosis Britse humor en smaak. Zulk een details maken het niet enkel visueel af, maar de vocale inbreng van dit koortje is onmisbaar en ook prominent aanwezig op de nieuwe plaat. Bovendien verzorgen zij enkele songs van extra handpercussie met tamboerijn of cabasa’s. Coombes heeft oog voor detail en heeft er honderd procent zin in. Hoewel hij volgens zijn eigen woorden nog niet helemaal de nieuwe teksten beheerst, valt dit nog mee en zorgt dit enkel voor enkele grappige momenten op het podium. Hij is dankbaar voor de publieke opkomst en voor de interesse in zijn nieuwe, vierde album. Wie hem een beetje gevolgd heeft de laatste jaren weet genoeg en krijgt vanavond meer dan waar voor zijn geld in een set die enkel zijn talenten maar in de verf set. Hij opent met het soulvolle “Don’t Say It’s Over”, aangesterkt met dramatische gitaarnoten en een spookie zingend Campbell koor. Er overvalt je hier soms een theatraal Mercury Rev gevoel, dat echter onmiddellijk wordt vergruisd door de jagende rocker “Salamander”, knap aangevuld met saxofoon, om dan resoluut de adorerende, amoureuze tour op te gaan met het op synthesizer drijvende “Needle’s Eye”. Drie nummers, drie verschillende stijlen en ook de titeltrack “Turn The Car Around” tapt weer uit een ander geniaal vaatje, waarna zware synthesizer dreunen en snijdende gitaren één van de hoogtepunten van de avond “Feel Loop (Lizard Dream)” inluiden, een song die enkel een ander genie zoals Thom York uit zijn mouw had kunnen toveren. Ook “Walk The Walk”, uit zijn vorige album “World’s Strongest Man” volgt deze lijn, maar steunt dan weer meer op schitterend hoge zangpartijen en een onmisbare Q&A zang tussen de Campbell sisters en Coombs, terwijl “Deep Pocket” voortraast op een vurige baslijn als een op hol geslagen trein. “This Love” wordt omgetoverd tot een snijdende Stones rocker en als meest swingende nummer van de avond bijt “Long Live The Strange” de spits af, dat zowaar een epische Arcade Fire bijklank meekrijgt met de extra inbreng van tamboerijn percussie door de lieftallige Campbell zusjes. Het drietal mag ook als enige op het podium blijven om Coombes vocaal bij te staan in het tot sobere pianoballade omgetoverde “The Oaks”. Zalig omarmen ons ook de intieme solo momenten waar Gaz Coombes enkel op akoestische gitaar de ganse Roma verstilt. Hierin komt de ware meester in een artiest en songwriter naar boven, wanneer hij Joe Henry gewijs de ganse zaal ontroert met “The Girl Who Fell To Earth” en “Matador”, beiden uit het gelijknamige album, met de beklemmende woorden “The hardest fight is the one you fight alone”. Gaz Coombes is ook een schitterende verhalenverteller. Zo werd hij aangegrepen door het trieste verhaal en de veel te jonge en verdachte dood van bokser Sonny Liston, en bundelde dit in een song ”Sonny The Strong”. Wanneer Gaz Coombes de laatste keer de zaal doet kolken met een opzwepend “The English Ruse”, moet hij ons niet meer overtuigen van zijn ongebreideld talent. Coombes is terug waar hij moet staan, aan de top van de Britpop scene en klinkt aanstekelijker dan ooit. Yvo Zels
|